Ken je de knikkerbaan nog? Misschien had je er vroeger wel eentje: zo’n slingerende baan waarin een knikker met een vaartje naar beneden rolt. Via loopings, s-bochten en zigzags belandt je knikker beneden in een bakje. Sommige knikkerbanen hebben zelfs een lift die de knikker weer naar de start van het parcours brengt.
Als je in flow bent, ben jij die knikker. Je rolt gladjes door je werk. Je neemt alle hindernissen moeiteloos en ondanks je hoge tempo vlieg je nooit uit de bocht. Als je klaar bent rol je even uit, maar het liefst wil je meteen nóg zo’n fijne klus.
Wat is flow precies?
De Amerikaans/Hongaarse psycholoog Csikszentmihalyi is bekend van zijn onderzoek naar geluk. Hij introduceerde de term flow voor het diepe gevoel van vreugde dat mensen kunnen ervaren bij het uitvoeren van een activiteit.
Csikszentmihalyi beschrijft flow als een optimale ervaring, als de meest optimale toestand waarin iemand kan verkeren.
In flow is er een perfecte relatie tussen wat je kan en moet doen, en een perfecte match tussen de activiteit waar je mee bezig bent en jouw intrinsieke motivatie. Het is het moment waarop kunnen, moeten, activiteit en motivatie in balans zijn.
Waarom is flow belangrijk voor een organisatie?
Flow zorgt voor werkplezier. En medewerkers die hun werk leuk vinden, presteren beter. Ze melden zich minder vaak ziek. Ze staan stevig in de schoenen en zetten hun tanden in moeilijke kwesties.
Wanneer medewerkers in flow zijn, ontwikkelen ze zich sneller. Ze leren makkelijker dan wanneer ze iets onder de knie moeten krijgen dat niet bij hun vaardigheden past. Medewerkers die werken vanuit flow worden moeiteloos beter in wat ze doen.
Wat kun je doen om meer flow in je team te krijgen?
Heel veel. Een leidinggevende kan alle elementen van flow beïnvloeden.
- Kunnen
Wat brengt jouw medewerker in flow? Wat kan hij goed? Waar loopt ‘ie warm voor?
– Weet waar je medewerker goed in is en laat het werk daarop aansluiten. - Moeten
Hoe is de balans tussen autonomie en afstemming? Krijgt de medewerker vrijheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid om naar eigen inzicht te handelen?
– Laat je teamlid meebeslissen. Invloed vergroot het verantwoordelijkheidsgevoel. - Activiteit
Zorg voor een uitdagende taak. Maar let op: niet té uitdagend. De afronding moet binnen bereik liggen. Is de taak te moeilijk? Dan raakt je medewerker in paniek, als een jongleur die teveel ballen hoog moet houden. Is de taak te saai? Dan raakt je medewerker verveeld, als een jonge hond zonder speelgoed.
– Zorg voor een goede balans tussen ongecompliceerd en uitdagend. - Motivatie
Kijk naar de persoonlijke drijfveren. Zingeving. Waarden. Een medewerker die lid is van Greenpeace, is misschien wel de ideale kandidaat om een energiezuinige printer uit te zoeken.
– Ken de vrijetijdsbesteding van je medewerkers.
“Ja maar Anna, moet ik nou mijn hele team interviewen? Ik bén al zo druk”
Welnee, dat is helemaal niet nodig. Je kent je medewerkers toch? Dan weet je ook waar ze goed in zijn.
Je gaat anders kijken naar je teamleden. Wat kan Jos goed? Wat zie je Anke graag doen? Waarvan gaat Chris uit haar dak? Je zet een ander lampje op je teamleden. Dat kost geen extra tijd en het is leuk om te doen. Want wie houdt er nou niet van geluk en plezier?
Bij Ida werkte het goed
Ze was klantadviseur bij een zorginstelling. Haar intakeverslagen waren zó fijn om te lezen, dat haar leidinggevende vroeg of ze ook de webteksten wilde gaan schrijven. Ida droeg haar administratieve taken over aan een collega en ze kreeg de webteksten erbij. Iedereen blij.
En aantal eventmanagers pakte het zo aan
Het team verdeelde het werk, zodat elke collega het evenement kon organiseren waar hij het meest warm voor liep. Bijvoorbeeld door het onderwerp, de organiserende partij of het soort evenement. Het was een goede zet: het team stond bij de opdrachtgevers bekend om hun enthousiasme en betrokkenheid.
Kortom
Je hebt flow nodig om volledig tot je recht te komen. Het is de ultieme combinatie van plezier én prestatie. Je kunt je teamleden helpen om meer flow te krijgen.
En nu?
Neem een medewerker in gedachten. Waar gaat deze persoon van stralen? Schrijf dit op. En doe dit morgen met de twinkelingen van een ander teamlid. Go with the glow.
