“Hoe was het op school? Was Suus er ook nog? En heb je nog over je weekendje weg verteld”, vroeg ik aan mijn 7-jarige dochter. Ze kijkt me glazig aan.
Er valt een stilte.
“Anna, kom op”, denk ik in mezelf.
Stel dan ook één vraag tegelijk.
En luister. Actief.
Op basis van wat je hoort, stel je weer een nieuwe vraag.
Stap voor stap richting het écht goede gesprek.
Hoe werkt het écht goede gesprek?
In het goede gesprek staat de ontwikkeling van je medewerker centraal. De focus ligt op persoonlijke aandacht in plaats van op afvinklijstjes. Het is een gesprek waarin open gepraat wordt: over zaken die er écht toe doen.
Het is tweerichtingsverkeer, heeft een basis van veiligheid en vertrouwen, én een goede sfeer. Je coacht, stuurt en stelt de juiste vragen:
- Hoe zit je in je vel?
- Welke talenten wil je meer inzetten?
- Waar krijg je energie van en wat kost energie?
- Hoe gaat het met de doelen die zijn afgesproken?
- Wat is je ambitie en welke mogelijkheden zijn er binnen de organisatie?
En er wordt naar elkaar geluisterd. Écht geluisterd.
Als het zo gaat: – FAN-TAS-TISCH.
Maar dan de praktijk
In de praktijk zien we de leidinggevende lastige gesprekken voeren. Als een moeizame match bij First Dates. Een lijstje met vragen, aangeleverd door HR, geeft houvast. Maar als je focus daar ligt, in hoeverre luister je dan? En wat is eigenlijk luisteren?
Stil zijn is een activiteit
Goede gesprekken draaien om ontmoeting en uitwisseling van ideeën én standpunten. Dit doe je met respect en in gelijkwaardigheid. Écht luisteren ligt aan de basis hiervan. Echt luisteren is actief luisteren én zorgvuldig luisteren: met je oren, je hoofd en je hart.
Echt luisteren betekent vooral stilzijn. Door de stilte voelt de ander zich gerespecteerd en krijgt de ander de ruimte om zijn of haar ideeën te delen. Stil zijn is wat anders dan over je De’Longhi Magnifica heen hangen. Stil zijn is een activiteit.
Op basis van wat je hoort, stel je een goede vraag. Een goede vraag is het resultaat van actief luisteren naar de ander. Niet een kwestie van ‘even op mijn lijstje van HR spieken’.
Hoe formuleer je vervolgens je vraag?
- Stel één vraag tegelijk.
Als je meerdere vragen tegelijk stelt, ben je met je eigen denken bezig. Je hebt dan geen oog voor de ander. Ja, deze mama werkt eraan. - Gebruik in jouw vraag de woorden van de ander.
De ander herkent zich dan in jouw vraag en is gemotiveerd om te antwoorden. Nieuwe woorden en concepten leiden af. Als je woorden overneemt is dat een teken dat je goed hebt geluisterd. - Formuleer je vraag bondig, concreet.
Bij moeilijke, lange of vage vragen moet de ander nadenken over de vraag. Maar die ander zou moeten nadenken over het antwoord.
Tip van deze Flip
Zeg tegen je collega bij het koffiezetapparaat dat je wil oefenen met actief en zorgvuldig luisteren. En dat je hem of haar graag een vraag stelt. Is dit akkoord?
Stel de vraag:
“Naar welk land zou jij nog eens willen emigreren?”
Luister naar het antwoord. Probeer daarna letterlijk te herhalen wat de ander zegt. Heb je geoefend? Ga dan voor de verdiepingsoefening: begin de oefening weer zoals hierboven. En stel vervolgens één bondig en concreet geformuleerde vraag. Gebruik daarbij de woorden van de ander.
Onderschat het belang van het écht goede gesprek niet. Betrokken medewerkers zijn goud waard voor je organisatie. Samen een stap vooruit. Dát wil je.
Vind je dit lastig?
Niet getreurd. Het is een kunst om écht goed te luisteren. Hoe dit komt, en hoe je je gesprekken nog meer kunt verdiepen, leg ik je uit in de volgende Flits.
Ga ik nu eerst even aan mijn dochter vragen hoe het op school was vandaag.